Vergunning openbreken openbare weg
Algemeen
Om de openbare weg open te breken, hebt u een vergunning nodig. Openbreken van de straat of de stoep is bijvoorbeeld nodig bij het aanleggen of repareren van uw aansluiting op het riool of bij werk aan de fundering van uw pand. U vraagt de vergunning bij ons aan. Dit doet u tenminste 8 weken voordat u de weg wilt openbreken.
Nodig bij uw aanvraag
U moet documenten uploaden bij uw aanvraag. Zorg dat de bestanden een .pdf, .jpg, .jpeg, .doc of .docx zijn van maximaal 10 MB.
- Situatieschets waarin u een plattegrond van de open te breken weg opneemt. Daarin toont u waar u de weg openbreekt, het materieel dat u gebruikt, de afmetingen van het materieel en waar mogelijk afzettingen van straten en wegen moeten komen
- Verkeersplan als u de weg geheel of gedeeltelijk afzet. U geeft hierin aan hoe en met welke middelen u het verkeer veilig regelt. Geef aan waar hekken of borden komen en hoe omleidingsroutes lopen
Wat u moet weten
- Alleen de eigenaar van het pand kan de vergunning aanvragen. Bent u huurder, vraag dan aan de eigenaar om de vergunning voor u aan te vragen
- U bent verantwoordelijk voor het herstellen van de weg na het openbreken. Als het niet lukt de weg in oorspronkelijke staat te herstellen, neemt u contact op met Spaarnelanden. Zij bestraten de weg opnieuw. De kosten hiervoor worden bij u in rekening gebracht
- Bij machinaal graven moet u altijd vooraf een KLIC-melding doen. Bij handmatig graven moet u vooraf een KLIC-melding als u dieper graaft dan 40 centimeter. Doe een KLIC-melding minimaal 3 werkdagen voor het graven
- Gaat u graven om te werken aan openbare netwerken zoals kabels, telecom, waterleiding of gasleiding? Dan heeft u een vergunning graafwerkzaamheden nodig
Kosten
U betaalt € 100 voor het aanvragen van een vergunning Openbreken openbare weg. U betaalt ook als we uw aanvraag bijvoorbeeld afwijzen. Wij berekenen extra kosten als wij na uw aanvraag bijvoorbeeld aanvullende gegevens van u nodig hebben: € 41,70.
Meer informatie over tarieven leest u in de legesverordening, artikel 1.16.3 en 1.16.10 tot en met 1.16.13.